Confrontatie en verkennen deel 1

Pagina top navigatie elementen

Mindfulness

Confrontatie en verkennen deel 1

Transcript

PABO-STUDENT 1: We zijn begonnen op een maandagmiddag, de eerste dag, de eerste middag dat we bij de kinderen in de klas kwamen. Toen hebben we, eh, de leerlingen kennis laten maken met ‘Wat is concentratie en wat doet concentratie met jou?’, ‘Hoe kan je zien dat iemand geconcentreerd is?’. Eh, dat zijn vragen die we de leerlingen zelf hebben laten beantwoorden door verschillende activiteiten met ze te ondernemen.

STUDENT 1: Waar je op moet letten, wat je goed moet tellen, is hoe vaak die bal heen en weer wordt gegooid.
STUDENT 2: En je let alleen op de personen met het witte T-shirt.

LEERLING: 15 keer.
STUDENT 1: 15? Had iemand iets anders?
LEERLING: 13.
STUDENT 1: 13. Let op, gaan we nog een keer naar het filmpje kijken, maar nu gaan jullie niet kijken hoe vaak ze heen en weer gooien. Je gaat gewoon op allerlei andere dingen ook letten. Je gaat kijken wat voor kleur shirtjes ze aanhebben, in wat voor ruimte ze staan…..

LEERLING: Een man in een gorillapak.
STUDENT 1: Oké! Wie zag die de eerste keer ook? Steek je hand eens op. Wie zag die de eerste keer ook? Hoe kan het nou dat je de eerste keer die gorilla niet zag?
LEERLING: Ik denk dat je eerst meer geconcentreerd bent op het tellen, dan…..ja, op de bal, dat je aan het tellen bent.

STUDENT 1: We gaan straks even een oefening doen waarop jij je heel hard moet concentreren.
LEERLING: Een paperclip, moest je in het midden van de tafel leggen, en dan moest je op die paperclip gaan concentreren, en als je er dan even niet aan dacht dan moest je een streepje zetten bij het blokje.

STUDENT 1: 3, 2, 1 Start!
LEERLING: Als je heel lang naar die paperclip keek werd je hele beeld wazig. Dan was het even weg…….
LEERLINGEN: Ja!
STUDENT 1: Als je denkt ‘Hé, mijn beeld wordt wazig’ dan ben je eigenlijk al niet meer geconcentreerd.

STUDENT 2: En daaronder zie je een grafiekje en dan kun je bij de eerste, concentratie-oefening staat daarbij helemaal onder, dan kun je een puntje zetten bij hoeveel streepjes je hebt gezet.

STUDENT 2: En dat experiment dat heet flits, flitsexperiment. En dan krijg je dadelijk, op het digibord komt dat te staan, en dan komen, eh, komt iets in beeld. Eerst krijg je een, een eh, kruisje….eentje verder, en daar moet je je heel goed op richten en meer vertel ik eigenlijk niet want je ziet dadelijk woordjes bijvoorbeeld, of zinnen of weet ik wat en die schrijf je op op de lijntjes, op dit werkblad.
LEERLING: ik kan niet kijken, ik was net aan het schrijven!
STUDENT 2: Volgende.

LEERLING: Ja, het ging op zich wel goed. Volgens mij had ik, degene die ik had had ik wel goed, behalve die laatste dan.
STUDENT 2: En wie was, eh, wie merkte tijdens het experimentje dat ie werd afgeleid misschien?
LEERLING: Ja, ikke! Ik hoorde iets anders.
STUDENT: Ja, dan stond er bijvoorbeeld oranje en toen zeiden ze groen.
LEERLINGEN: Ja.
LEERLING: Dat was precies hetzelfde.
STUDENT: Wat was het? Ik weet het helemaal niet meer hoor.
LEERLING:  Dat was ie wel!
STUDENT:  Zo was ie wel. Das wel raar, dan denk je natuurlijk ook huh? Dat klopt helemaal niet!

Omschrijving

In dit fragment worden enkele stukjes uit de eerste les van de lessenserie getoond. De leerlingen voeren onder leiding van de studenten verschillende experimenten uit die te maken hebben met concentratie. Tijdens het uitvoeren van deze experimenten gebruiken de leerlingen taal. Lees hier tips voor hoe je als leerkracht feedback kunt geven op dit taalgebruik.

Lesbeschrijving gehele lessenserie Mindfulness

Download hier de powerpointpresentatie met het flitsexperiment (les 1) en het audiobestand voor de mindfulness-sessie (les 2 en 3).

Deze lessenserie is ontworpen en uitgevoerd in samenwerking met het Wetenschapsknooppunt van de Radboud Universiteit NIjmegen (WKRU).

Kijkwijzer

1) De studente vraagt aan de leerlingen ‘Hoe kan het nou dat je de eerste keer die gorilla niet zag?’ (00.55) Met een dergelijke vraag lokt ze een redenatie bij de leerlingen uit. Een van de leerlingen antwoordt: ‘Ik denk dat je eerst meer geconcentreerd bent op het tellen…. Ja, op de bal, dat je aan het tellen bent.’ De leerling gebruikt een mooie constructie: ‘Ik denk dat…..’ Daarna lijkt het alsof hij het moeilijk vindt om zijn  gedachtes goed te verwoorden. Waarschijnlijk wil hij zeggen: Ik denk dat je de eerste keer meer geconcentreerd bent op het tel-len en daardoor op de bal. Hierdoor ben je niet gericht op andere dingen en zie je de gorilla niet.’ Hoe kan de leerkracht feedback geven op de uiting van de leerling?

2) Een van de leerlingen vertelt ‘als je heel lang naar die paperclip keek, werd je hele beeld wazig.’ (01.26)
a. Hoe zou de studente op de uiting van de leerling feedback kunnen geven?
b. De studente reageert op de leerling. Hoe zou ze de hele groep nog meer kunnen betrekken?

Opdracht
Wissel uit:
Kijk nog eens met ‘taalogen’ naar dit fragment.
a. Wat moeten de leerlingen kunnen op het gebied van taal om goed mee te kunnen doen met deze les?
b. Welke interactievaardigheden van de leerkrachten worden er gevraagd om een win-win situatie te creëren?

lesfasen